Theravada-boeddhisme

Boeddhisme van het zuiden

Je hoeft geen boeddhist te zijn om vipassana-meditatie (ook wel inzicht- of mindfulnessmeditatie) te beoefenen. Inzichtmeditatie is geschikt voor iedereen, ongeacht religie of levensovertuiging. Wel is vipassana-meditatie oorspronkelijk een boeddhistische meditatievorm afkomstig uit de Theravada-traditie.

Theravada wordt ook wel het ‘boeddhisme van het zuiden’ genoemd, omdat het zich vanuit India verspreidde naar Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Laos en Cambodja. Het is de op één na grootste boeddhistische hoofdstroming. De grootste is het Mahayana boeddhisme, dat via een meer noordelijke route werd verspreid naar Nepal, Bhutan, Tibet, China, Mongolië, Japan, Zuid-Korea en Vietnam. Van de vertakkingen binnen Mahayana hebben vooral het Tibetaans boeddhisme en Zen grote naamsbekendheid.

De Tipitaka Canon

Binnen Theravada ligt de nadruk bij de historische Boeddha als meditatieleraar en als degene die door eigen inspanningen ‘verlicht’ raakte. Nadat de historische Boeddha – waarschijnlijk in de vijfde eeuw voor Christus – overleed, hebben volgelingen zijn toespraken in twee categorieën onderverdeeld: 1. toespraken over leefregels voor monniken en niet-monniken (deze worden aangeduid als Vinaya), 2. de directe leringen van de Boeddha (sutta’s). In een latere periode, waarschijnlijk rond de derde eeuw v.Chr., werd een diepere uitwerking van de boeddhistische psychologie ontwikkeld. Dit derde deel wordt de Abhidhamma genoemd.

Gezamenlijk worden deze drie delen aangeduid als de Tipitaka. Tipitaka is Pali voor het woord ‘korven’. Het Pali is ook de taal waarin de Tipitaka voor het eerst op schrift werden gesteld, waarschijnlijk in de eerste eeuw v.Chr. Daarom wordt deze officiële boeddhistische canon ook wel de Pali Canon genoemd.

Belangrijke onderwerpen in de sutta’s zijn de Vier Edele Waarheden, het Edele Achtvoudige Pad, de Middenweg en het ontwikkelen van deugden. Ook handelen veel toespraken over specifieke methoden om opmerkzaamheid en inzicht te ontwikkelen

Splitsing in Theravada en Mahayana

Het oorsprong van het onderscheid tussen Theravada en Mahayana wordt vaak getraceerd tot het begin van onze jaartelling. Kenmerkend voor het gedachtegoed en de idealen van Mahayanisten was dat zij het boeddhisme voor meer mensen toegankelijk wilden maken. De nadruk verschoof van het bereiken van verlichting in het eigen leven naar het helpen van andere mensen om verlichting te bereiken.

Bij de verspreiding van Mahayana werden er diverse lokale religieuze opvattingen en rituelen in opgenomen, waardoor het veel verschillende uitingsvormen kreeg. Ook ontstond er een prominente rol voor verschillende religieuze leraren, bodhisattva’s genaamd. Daarnaast hebben door de eeuwen heen uiteenlopende geschriften (sutta’s) die nieuwe inzichten of interpretaties van oudere teksten bevatten, officiële status gekregen binnen de verschillende vormen van het Mahayana boeddhisme.

Door deze verschillen tussen Mahayana en Theravada denken sommige mensen dat Mahayana vooral een vorm van boeddhisme voor leken (niet-monniken) is en Theravada vooral een monastieke traditie is. Dit beeld klopt echter niet. Beide stromingen hebben kloostergemeenschappen en in beide is er een belangrijke plaats voor lekenvolgelingen. Verder ligt het verschil tussen Theravada en Mahayana veelal niet in scherpe tegenstellingen, maar meer in de mate van nadruk op diverse opvattingen, idealen, gebruiken, rituelen, personen en teksten.